Je buikgevoel een cijfer geven

Intuïtie of buikgevoel is een krachtig instrument. Vaak komt het voort uit ervaring, non-verbale signalen, puzzelstukken die als je ze samen legt ineens een verhaal vormen. Het is belangrijk om je intuïtie ernstig te nemen en het te onderzoeken. Want wat als je je buikgevoel nu zou kunnen nakijken aan de hand van data? Zou je dan niet veel zekerder zijn van je beleidskeuzes?

De populaire persoonlijkheidstest MBTI (https://www.myersbriggs.org/my-mbti-personality-type/mbti-basics/) maakt een opdeling tussen voelers (intuïtieve mensen die op waarden gebaseerde beslissingen nemen) en denkers (die zich laten leiden door data en logica). Iedereen heeft een voorkeur voor het ene of het andere, maar een denker zonder intuïtie zal zelden het helikopterzicht hebben om alle linken te zien tussen de cijfertjes. Terwijl een voeler die nooit data hanteert misschien helemaal niet focust op het meest belangrijke probleem.

De meest krachtige leiders combineren de twee: ze voelen intuïtief een richting aan en kijken het na aan de hand van cijfers. Zo weet je of je intuïtie objectief klopt, hoe groot het probleem is en welke doelen je eraan kan koppelen. Je geeft je buikgevoel een cijfer.

Voel je je daar niet comfortabel bij? Zoek dan naar een duo-partner die complementair is. Zo kunnen jullie samen wellicht tot de beste resultaten komen.

Vertrekken vanuit je buikgevoel heeft echter een groot nadeel – zelfs wanneer je het probeert te objectiveren met cijfers. Je loopt altijd het risico van “confirmational bias”; op zoek gaan in cijfers totdat je bewijs hebt voor je buikgevoel. Op die manier bevestig je misschien wat je dacht, maar ben je niet meer aan het objectiveren.

Een secundaire school voelde dat de doorstroomcijfers naar hoger onderwijs niet zo goed waren. “Dat is omdat we ASO, TSO en BSO hebben bij ons op school, was hun uitleg.” Als we dan wat dieper in hun cijfers doken, bleek niet iedere richting mindere doorstroomcijfers te geven. Vooral sport-wetenschappen scoorde op academische bachelors een stuk lager. “Dat is logisch. Die sporters studeren niet graag.” Maar als we dan nog wat verder gingen benchmarken bleek dat gemiddeld in Vlaanderen 10% meer leerlingen in sport-wetenschappen kiezen voor een academische bachelor dan op deze school… misschien toch eentje om eens te bekijken in je beleid rond verder studeren?

Naast je buikgevoel zorg je best ook voor een systematisch data-beleid. Maak een overzicht welke data in jouw context het meest interessant is en vraag die jaarlijks of maandelijks op. Zo krijg je - los van je buikgevoel - patronen en evoluties te zien. En pas dan krijg je naast je subjectieve aanvoelen ook een objectieve spiegel.

Heb je nood aan een ervaren en externe blik op je cijfers? Door jarenlange ervaring kan Catalista jouw data makkelijk lezen en je helpen om even afstand te houden zodat er ruimte is om patronen te zien en bijkomend onderzoek te doen.