top of page

Welke data-gebruiker ben jij?

Data gebruiken doe je om allerlei redenen. Soms wil je je buikgevoel objectiveren, soms heb je het nodig om je doel of KPI smart te formuleren, maar data kan nog heel wat andere doelen hebben.


Data om te inspireren

 

Hoe doe je dat, data gebruiken om te inspireren? Eerst en vooral tover je je data best om tot leuke graphics. Mensen – en ja, leerkrachten en schoolleiders zijn ook mensen ;-) – zijn 6,5 keer zo geneigd om iets visueel te onthouden ipv tekst. Dus van die saaie excel lijstjes, maak je in canva in no time een infographic met icoontjes en grafiekjes.

Wanneer helpt data echt heel goed om te inspireren? Als je bv vooroordelen wil weerleggen. “Wij zijn de enige school van de stad met anderstaligen!” Wanneer je dan jezelf benchmarkt tegen de rest van de stad, weerleg je heel snel het vooroordeel.

Data-analyse kan je ook inspireren om voor al je leerlingen het onderste uit de kan te halen. Maar wat vaak zie je leerlingen met OKI-factoren snel uitstromen of het hele watervalsysteem doorlopen. Als je dat aanschouwelijk maakt, inspireert het je team vast om daar beleid op te gaan maken.


Data maakt ook bepaalde processen voorspelbaar. Je attesteringen bv zullen jaar na jaar in dezelfde lijn zitten, of je weet hoeveel ouders er gemiddeld naar de proclamatie komen waardoor je niet met grote overschotten van hapjes blijft zitten (of net wel, maar dan plan je een gezellig personeelsfeestje achteraf!).


Data geven gelukkig ook vaak hoop. Als je het boek Factfulness van Hans Rosling (Rosling, H.; Rosling, O.; Rosling Rönnlund, A. (2018). Factfulness: Ten Reasons We're Wrong About the World--and Why Things Are Better Than You Think. Flatiron Books. p. 288. ISBN 9781250123817) leest, zie je dat perceptie door cijfers vaak helemaal verlegd kan worden. Zo is de armoede in de wereld minder groot aan het worden dan je misschien wel denkt. In tijden van oorlog en crisis geven dit soort data een sprankeltje objectieve hoop.



Data om te informeren

 

Uiteraard kan data gewoon dienen om te informeren. Je kan het gebruiken in een vergadering met ouders over het hoger onderwijs; in een personeelsvergadering waarin je de attesteringscultuur bespreekbaar wil maken; in een functioneringsgesprek waarin een leerkracht vragen stelt over de instroom van leerlingen in zijn richting.


Data informeert. Een valkuil is echter dat interpretatie nodig is en dat niet alle informatie zo makkelijk te interpreteren is. Vaak schuilt er achter data een verhaal, of zelfs wetenschappelijk onderzoek en is het cijfer slechts de oppervlakte. Data kan ook een verhaal verbergen of verdoezelen.


Een voorbeeld:

Een school heeft jaarlijks een grote uitstroom van leerlingen voor de tellingsdatum van 1 februari. Uit de cijfers blijkt dat deze uitstroom echt opvallend veel groter is dan bij andere scholen. Bij de attesteringen en bij de studiesuccessen in hoger onderwijs doet de school het heel goed. Weinig B – en C-attesten, mooie resultaten in academische en professionele bachelors. Wanneer je dus kijkt naar louter de outcomes doet de school het erg goed. Echter, de leerlingen die de lat wat moeizamer halen worden na de kerstexamens doorverwezen naar andere scholen wat de grote uitstroomcijfers voor 1 februari verklaart. Het informatieve cijfer vertelt dus niet hele verhaal.


Data kan ook erg interessant zijn om de groei van leerlingen te bekijken. Tijdens een rapportbespreking met ouders kan je zo makkelijker praten over de evolutie en hoeft het niet te gaan over een losstaand cijfer. Als ouders en leerlingen visueel zien dat hun gemiddelde score steeg van een 4 naar 6, is dat een heel ander gesprek dan wanneer het louter over een 6 op 10 gaat. Cijfers in dit verhaal geven een evolutie weer, geen momentopname.


Data om te confronteren


 

Data is een krachtig wapen om wie de kop in het zand steekt eens een spiegel voor te houden. Vaak voel je op een klassenraad dat er bij een bepaalde collega toch wel erg veel onvoldoendes vallen. Als je dan – liefst over een langere periode – de data ernaast legt en aantoont dat er al vijf jaar op rij meer dan 60% van de klas onvoldoendes haalt, til je de discussie over de momentopname. Wanneer je praat over de huidige klasgroep, komt ongetwijfeld de verdediging van de leerkracht die de leerlingen niet ijverig genoeg vindt, op de proppen. Maar als dat vijf jaar op rij was, is het makkelijker om toch eens te kijken naar de lespraktijk. Hoe zou je die groepen dan beter kunnen motiveren? Geeft de leerkracht gerichte studiebegeleiding? Checkt hij of zij tijdens de les of de leerlingen de leerstof begrijpen en beheersen? Wordt de lat wel correct gelegd op de leerplandoelen en niet mijlenver daarboven.

Een vriendelijke confrontatie kan een grote hulp zijn, maar verwacht je aan weerstand. Niet iedereen houdt van een stevige portie zelfreflectie en de eerste reactie zal dan ook ontkenning en zelfs woede zijn. Stel je bij een confrontatie in op een begeleidingstraject en maak je er niet in een keer vanaf. Dan haal je je er alleen maar weerstand mee op je hals. Help je medewerkers stap voor stap door hun weerstand, tot je samen een plan van aanpak hebt om de cijfers en vooral de achterliggende aanpak te verbeteren.


Wil je graag eens samen met Catalista je datawijs beleid bekijken: zoeken naar kansen die je laat liggen, het samen lezen van je schooldata op zoek naar knipperlichten? Bekijk dan het aanbod voor kwaliteitszorg op school.

Commentaires


DSC05977.jpg

Hallo, 
Ik ben Saskia.

Vanuit mijn 12 jaar ervaring als leidinggevende in onderwijs confronteer ik in mijn blog inzichten uit non-profit met kennis die ik in mijn EMBA-opleiding leerde. Wat blijkt? Die werelden liggen écht niet zo ver uit elkaar, maar kunnen wel nog veel van elkaar leren.  

Blog archief

Tags

bottom of page